Heeft u ook wel eens iets waargenomen, denkend dat het om iets heel ongewoons ging? Dat dacht ik tenminste toen ik in januari 1987 in de AWD liep. Veel water lag dicht, maar bij het Vogeleiland was een flink stuk open. Daar dobberden o.a. enige Grote Zaagbekken, Brilduikers en Kuifeenden. Twintig Meerkoeten en vijftien Knobbelzwanen haalden iets plantaardigs uit het water; ik denk dat het kranswier was. Dat lag blijkbaar te diep voor de ca vijftig Krakeenden. Maar die hadden daarvoor een oplossing! Telkens als een zwaan een groene sliert bovenhaalde gristen één of twee Krakeenden het lekkers uit zijn bek. Sommige stelden zich heel tactisch vlak voor de zwanenborst op, stoven dan onder de zwanenhals naar voren en plukten de buit van onder de snavel weg. Eén zwaan zwom imponerend rond, maar deed er verder ook niets aan. Thuisgekomen las ik in het Handbuch der Vögel Mittel-Europas dat de Krakeend een bekwame “Schmarotzer” is, zeg maar een parasiet of gauwdief, die in tijden van voedselschaarste vrijwel geheel op die manier aan zijn trekken komt. Daarbij werd vermeld dat hij dit meestal bij Meerkoeten doet, terwijl het hier dus om zwanen ging. Zo zie je maar weer: er is niets nieuws onder de zon.