Omstreeks 9 uur bereikten we de Flevopolders. Zoals altijd veeg je dan de laatste slaap uit je ogen, want je bent al enkele uren geleden met het helse kabaal van een wekker uit de veren gerammeld. Dat het nu tijd is om je ogen goed open te doen blijkt gauw genoeg. We staan met een dertigtal mensen naar een Ruigpootbuizerd te kijken als er een schreeuw klinkt: ”Kleine Zwanen!”. De meesten speculeren direct hoeveel het er zouden zijn. De doorgewinterde vogelaars zeggen zonder dralen: ”zestien”. En daar houden we het dan ook op. In de kletterende herfstbuien en een Hollandse gure wind zien we een honderdtal Kramsvogels samen met Koperwieken, Vinken en Kepen fourageren. Het is echt herfst. Dat merk je ook aan de grote groepen eenden die alweer voor de kust liggen te dobberen. Leuk is het om daar tussen een 20 tal Pijlstaarten te zien. Een Dwergmeeuwtje onderstreept nog eens de herfsttrektijd. Leuk zo’n klein ding. Het is net een klein Kokmeeuwtje voor de leek. Wij weten beter.