Ja, ik kom nog wel eens buiten. Zelfs in de winter en dan wil ik ook nog wel mijn Bausch & Lomb omhangen. Nu was het zaterdag 30 januari 1999 ook wel schitterend winterweer. Na een nacht met lichte vorst scheen de zon volop, was er vrijwel geen bewolking, stond er een lichte zuidelijke wind en lag de temperatuur iets boven nul. Prima omstandigheden dus om te gaan vogelen. Ik zou met coryfee Ruud Brouwer op pad gaan. De avond ervoor hadden we ons rijkelijk gelaafd aan diverse versnaperingen op het verjaardagsfeest van Pieter Thomas, dus erg vroeg waren we er niet uit. Dat was ook niet nodig, zo bleek later. We besloten naar de Zuidpier te gaan, waar we rond 11.30 uur arriveerden. Eerst trokken we naar het Kennemermeer en de omliggende duintjes, omdat zich daar wel eens leuke vogelsoorten kunnen ophouden. Het leek rustig qua vogels. Op het Kennemermeer zwommen onder andere tientallen Krakeenden en enige Brilduikers en in de duintjes zat een groep van 20 Graspiepers. Even over twaalven hoorden we een Veldleeuwerik aankomen, die strak naar het zuiden vloog. Veldleeuweriken houden niet zo van schitterend winterweer en willen hun heil bij vorst elders zoeken. Nadat dit exemplaar voorbij was gevlogen hoorden we enige malen een opvallend, rollend ’tsjirrp’. We keken elkaar even aan, want dit was een vreemd geluid, dat we allebei echter wel kenden. Bij Ruud viel het kwartje als eerste: ”Het is een Kortteenleeuwerik!”. We kregen de vogel in beeld die op een hoogte van ongeveer 30 meter (op circa 30 meter van ons vandaan) langsvloog. Er was geen twijfel mogelijk. De vluchtroep is zeer kenmerkend (we kennen dit geluid beiden goed uit het buitenland). De vogel was gedrongener dan de even daarvoor gepasseerde Veldleeuwerik en had een vrij korte staart. Omdat de lichtcondities optimaal waren, was goed te zien dat de vogel ongestreepte onderdelen had, een goed kenmerk voor de determinatie van deze soort... We hoopten dat de luid roepende vogel neer zou strijken, maar jammer genoeg vloog hij stug door. Een zoekactie in het voormalige natuurontwikkelingsgebied ten zuiden van het Kennemermeer leverde niets op. Via de semafoon piepten we de waarneming door en vervolgden we onze tocht.