’s Morgens in de trein pel ik de nieuwe Fitis uit, die de avond ervoor in de bus lag. Geeft de redactie in haar voorwoord aan, dat ze graag meer verenigingsnieuws in de Fitis wenst, bijvoorbeeld met een column ’van de voorzitter’. Meer verenigingsnieuws is een prima idee, omdat binnen de bloeiende VWG veel gebeurt. Om een column ook boeiend te houden stel ik voor om de schrijvers steeds te wisselen. De schrijver mag zelf de volgende columnist uitnodigen. Dan kunnen we met meer dan 400 leden nog even vooruit en zullen veel leuke gebieden, waarnemingen en belevenissen de revue passeren. Dus na een lange broedtijd..., een verenigingscolumn. Hetgeen me direct aan het paartje Knobbelzwaan doet denken dat dit voorjaar in onze tuin broedde. Na zeven jaar eindelijk gelukt. Meerkoet en Wilde Eend waren het paar al voorgegaan, maar de Knobbelzwanen ’voeren’ ieder jaar voorbij en haalden hun neus op. Ik had jaren terug een vierkante meter aan de waterkant uitgegraven en dit deel van de tuin als zwanenbroedplaats bestempeld. Ieder jaar informeerde mijn buurman waarom ze er nog niet waren en of ik er geen bord bij moest plaatsen. Waarschijnlijk waren nu de knotwilgen naar hun zin volgroeid en had ook het schouwen van het riet dit jaar (tot mijn teleurstelling overigens) positief bijgedragen. Mijn idee over natuurontwikkeling in de tuin is door de Knobbelzwanen uiteindelijk beloond. De Kleine Karekiet die er vorig jaar op een mooie avond in het riet zong had al bevestigd dat je op kleine schaal midden in de wijk leuke resultaten kunt boeken.
Additional Metadata | |
---|---|
Fitis | |
CC BY-NC 4.0 NL ("Naamsvermelding-NietCommercieel") | |
Organisation | Vogelwerkgroep Zuid-Kennemerland |
Coen Looij. (1995). Een lange broedtijd. Fitis, 31(3), 128–129. |