Op 11 mei 1997 zit ik in de hut bij de Spaarnwouderplas, wachtend op wat er in de avondschemering zal binnenvallen. De kleuren worden al vaag, maar nog duidelijk zie ik op ongeveer 70 meter een Buizerd zitten die bezig is met een niet te onderscheiden prooi. Daar komt een Haas aangelopen, hier een blaadje knabbelend, daar een sprietje plukkend. Het ziet er naar uit dat hij niets in de gaten heeft. Als hij de Buizerd tot ca 10 meter is genaderd komt die wat overeind. De Haas stopt even, maar gaat dan rustig in de richting van de vogel verder. Als hij tot ca 5 meter is gekomen dan verheft de Buizerd zich, de vleugels dreigend gespreid. Tot mijn verbazing beantwoordt de Haas dit door op zijn achterpoten te gaan staan en de ‘bokshouding’ aan te nemen, zoals we dat de rammelaars wel in het voorjaar zien doen bij hun vechtpartijtjes. Vervolgens gaat hij weer terug op vier poten en loopt rustig vlak langs de Buizerd. Daar komt een tweede Haas aan en de Buizerd vertrekt met zijn buit. Ook ik vertrek, heel tevreden!