„De meeste mensen verwachten het niet. Bij de Haarlemmermeer denken ze aan een polder met wat boeren, wat tuinbouw en een vliegveld. Landschappelijk is het ook helemaal niet zo aantrekkelijk. Toch zitten hier veel vogels. Heel veel vogels. Okee, het is niet leuk om een wandeling te maken langs de snelweg. Maar als je daar zeven paartjes Sperwer ziet, is dat toch aardig. Vooral Schiphol is een rijk vogelgebied. Het luchthaventerrein is in de regio heel bijzonder. Hier wordt het gras op 15 centimeter hoogte gemaaid om meeuwen en Kieviten te weren. Ideaal voor de muizenstand! En waar muizen zijn, daar zijn roofvogels. In de hete en droge zomer van 1995 zaten op Schiphol overal muizen. O-v-e-r-a-l. Als je uit je auto in het gras stapte, zag je ze overal wegschieten. Met als gevolg: gigantische aantallen roofvogels.” Bert Jan Bol kan er nog steeds niet over uit. Wanneer hij terugdenkt aan dat ene moment, straalt de verwondering opnieuw uit zijn ogen. „Op een dag was ik daar en die hele startbaan zat vol valken. Ik heb nog nooit zoveel valken bij elkaar gezien. Allemaal zo’n beetje in het midden. En het was net het verhaal van de Rode Zee, die zich opende. Telkens wanneer er een vliegtuig aankwam, zag je al die valken naar de kant gaan. Was het vliegtuig voorbij, dan kwamen ze allemaal weer terug. Weer naar het midden van die baan. Een onvergetelijk gezicht.”