Het laat hem niet los. Al anderhalf jaar maalt de Hercules-ramp door zijn hoofd. Het ongeluk op het vliegveld Eindhoven was een domper op zijn werk. Met cijfers kan hij aantonen hoeveel zijn activiteiten hebben bijgedragen aan een veiliger vliegverkeer. En dan gebeurt dit. Zoveel doden bij een ongeluk, veroorzaakt door een groep vogels. Hij kon en kan het nauwelijks bevatten. Inmiddels is Luit Buurma weer in gewone doen geraakt. Het ongeluk heeft glashelder de vraag opgeworpen, wat er nog moet verbeteren aan preventieve vogelcontrole. Een moeilijke kwestie, weet hij uit ervaring. Gedurende meer dan twintig jaar heeft hij vrijwel alle mogelijkheden benut om vliegongelukken door vogels te voorkomen. Om dan nog meer verbeteringen aan te brengen is heel erg moeilijk. „Je loopt tegen een limiet aan en kunt nauwelijks meer verder. Toch word je geacht met minimale vliegrestricties een maximale veiligheid te bereiken. Naarmate je vordert, wordt dat steeds moeilijker.” Buurma heeft nog wel een aanzienlijke verbetering in petto, maar hij weet dat de markt daar niet mee instemt. Elk vliegveld in vogelrijke gebieden een eigen vogelradar is dé oplossing om aanvaringen met vogels te voorkomen.
Additional Metadata | |
---|---|
Fitis | |
CC BY-NC 4.0 NL ("Naamsvermelding-NietCommercieel") | |
Organisation | Vogelwerkgroep Zuid-Kennemerland |
Jan Kuys. (1997). Fitis-interview 7. Fitis, 33(4), 186–190. |