Fred Koning is een in hart en nieren toegewijde amateur die al jaren lang de roofvogel- en uilenpopulatie volgt in de Amsterdamse Waterleidingduinen. De eerste inventarisatie van uilen en roofvogels dateert uit 1957. Fred Koning heeft toen samen met Hans Vader en Harm Niesen 450 ha van het beboste binnenduin uitgekamd en trof nog volop Torenvalken en Ransuilen. Ook de Steenuil nestelde toen in holle bomen en van Bosuil, Buizerd en Havik was nog niets te merken. Vanaf 1961 inventariseert Fred het gehele duin op roofvogels en uilen en noteert consequent het aantal gelegde eieren en het aantal uitgevlogen jongen. Sinds 1965 verzamelt hij zoveel mogelijk braakballen om te analyseren welke prooisoorten als voedsel dienen. Al gauw krijgt Fred in de gaten hoe het broedsucces wordt gestuurd door de hoeveelheid gegeten Veldmuizen: hoe meer muizen, hoe meer eieren er worden gelegd. In muizenarme jaren komt er dus weinig nageslacht. In 1961 verschijnt de eerste Bosuil en het aantal Torenvalken gaat ineens achteruit. Door nu maar steeds, jaar in jaar uit, alle broedparen van de uilen- en roofvogelsoorten op te sporen, is Fred getuige van enorme veranderingen (zie ook “Uilen in de duinen” door F.J. Koning en G. Baeyens; GW/KNNV 1990). Voor dat jarenlang consequent tellen en meten heeft Fred op 28 november jl. de Herman Klompprijs ontvangen. De Herman Klompprijs wordt sinds 1985 om de drie jaar uitgereikt aan jonge vrijwilligers die zich buitengewoon verdienstelijk hebben gemaakt in het vogelonderzoek. Deze prijs wordt gezamenlijk verleend door de Nederlandse Ornithologische Unie, SOVON (Samenwerkende Organisaties VogelOnderzoek Nederland) en Vogelbescherming Nederland. Herman Klomp was ooit voorzitter van deze drie organisaties en daarom is zijn naam aan deze prijs verbonden.