Tijdens de recente invasie van Appelvinken (Coccothtaustes c.) verschenen de eerste dieren in Bloemendaal, Overveen en Aerdenhout in de eerste week van oktober 1985. Het ging daarbij nog om waarnemingen van steeds één exemplaar. Vanaf die tijd, tot ver in april 1986, werden regelmatig individuen en groepjes Appelvinken gehoord en gezien. De aantallen liepen uiteindelijk op tot 13 waargenomen Appelvinken op één morgen. Eind maart werd door ondergetekende en door P. Dhont, in de directe omgeving van het kantoor van de Stichting ”Het Nationale Park De Kennemerduinen” aan de Militairenweg te Overveen regelmatig een zingend exemplaar gezien en gehoord. Het koos daarvoor zangposten uit in de toppen van diverse hoge bomen (15 meter en hoger) op de hoek van de Militairenweg en de Kweekduinweg. Begin april werden baltsbewegingen gezien, maar kort daarop was de vogel van genoemde waarnemingsplaats vertrokken. In diezelfde tijd werd vrijwel dagelijks waarneming gedaan van balts van Appelvinken op de Hoge Duin en Daalseweg, ter hoogte van het hek bij de uitrit van het landgoed Lindenheuvel. Dit is hemelsbreed 500-600 meter van de plaats van de eerste waarnemingen. Op 13 april werd het ”snavelen” van twee Appelvinken gezien, zodat duidelijk werd dat een broedpoging aldaar tot de mogelijkheden leek te behoren. De grotere aantallen Appelvinken van de periode tevoren waren inmiddels al geheel afgenomen. Hoewel ondergetekende daarna nog regelmatig de plaats van baltswaarneming en paringsritueel bezocht werd van Appelvinken niets meer gehoord of gezien.