Als aanvulling op de goede, vertrouwde verslagen van de najaarstrek door de fam. Bloem, welke ook weer in ”de Fitis”, no. 2-3, 1982 zijn verschenen, volgt hieronder een wat nadere uitwerking van een deel der gegevens. Deze nadere uitwerking was vooral mogelijk doordat we het afgelopen jaar de beschikking hadden over gegevens van het tijdvak 1 juli-15 november. Fred Cottaar en ik zijn reeds vanaf 1 juli begonnen met tellen, zij het niet geheel regelmatig, zodat de resultaten toch met enige reserve moeten worden bekeken. Desondanks blijkt wel dat er ook hoogzomer leuke dingen zijn waar te nemen, zoals doortrek van meeuwen, sterns, steltlopers en Gierzwaluwen. En eigenlijk zou er ook doorgeteld moeten worden tot in december, gezien het feit dat bij een incidentele waarneming op 12 december 1981 tijdens vorst, trek werd waargenomen van honderden Kievitten, Goudplevieren, Veldleeuwerikken, lijsters en Spreeuwen. Maar goed, er is het afgelopen najaar toch 103,5 uur geteld, verdeeld over 87,25 uur officiële tellingen en 16,25 extra teluren, waarin terloops geteld werd. Het aantal getelde dagen bedroeg 42, wat 30% betekent van alle dagen die de periode 1 juli-15 november telt (138). Dit levert een gemiddelde op van 2,5 teluren per teldag.