Met het verwerven van een eigen plaats van ’natuurbelangen’ in het beleid en beheer van onze leefomgeving, is er sprake van een toenemende vraag naar gegevens over bepaalde aspecten van de natuur. Met name vogelgegevens zijn populair; ze hebben een hoge zeggingskracht met betrekking tot het landschap en zijn relatief eenvoudig te verkrijgen, mede door de inzet van een grote groep vrijwillige waarnemers. Het bestuur van de Vogelwerkgroep Zuid-Kennemerland is niet ongelukkig met deze ontwikkeling. Samengevat luidt de doelstelling van de vereniging immers: het bevorderen van vogelstudie met het oog op natuurbescherming in het algemeen en bescherming van de in het wild levende vogels in het bijzonder. De praktijk van alle dag vraagt echter wel om een bezinning op de rol van de VWG in dit spel van vraag en aanbod. Over het leveren van reeds verzamelde gegevens heeft de VWG in 1994 het volgende standpunt ingenomen (zie Fitis 30(4)): 1. het gebruiksdoel van de gegevens moet overeenstemmen met de doelstellingen van de VWG (natuurbescherming); 2. ondanks de coördinerende en gegevensbeherende rol van de VWG dient toestemming voor levering te worden verkregen van de gegevensverzamelaars; 3. omwille van een ’juist’ gebruik worden bij voorkeur geïnterpreteerde gegevens geleverd; 4. afhankelijk van de aard van de aanvrager kan er sprake zijn van een financiële vergoeding; 5. het te vragen bedrag ’naar redelijkheid’ (enkele honderden tot meer dan duizend gulden) komt ten goede aan (activiteiten van) de VWG; 6. bij levering wordt een soort overeenkomst, inclusief voorwaarden voor levering, opgesteld.