2011
IJmuidense Zilvermeeuw Y.APP op de voet gevolgd
Publication
Publication
Fitis , Volume 47 - Issue 3 p. 165- 168
Het gebruik van kleurringen wordt vandaag de dag bij veel soorten toegepast. Dat is niet voor niets, want het merken met individueel herkenbare codes bij vogels kan ongelooflijk veel informatie opleveren over onder andere gedrag, broedsucces, overleving, populatiestructuur, dispersie, trekroutes, gebruik van foerageergebieden, plaatstrouw en tal van andere processen (Camphuysen 2008, Cottaar & Verbeek 2009, Camphuijsen et al. 2011). Alhoewel Y.APP geen lange life-history heeft gegeven, zijn er verschillende interessante conclusies te trekken uit de korte tijd dat hij zijn kleurring heeft gedragen: o.a. plaatstrouw van een in IJmuiden geboren Zil- vermeeuw, produceren vervolglegsel, foerageren van IJmuidense vogels in het centrum van Haarlem. Maar er zijn natuurlijk ook nog de nodige vragen: onder meer waar foerageerde deze vogel in het broedseizoen en waar werd overwinterd. Echter dit is de life-history van één vogel en ondertussen zijn er al vele tientallen Zilvermeeuwen voorzien van een kleurring (Cottaar & Verbeek 2010). Het bij elkaar voegen van al deze life-historys zal een eerste inzicht gaan geven in het doen en laten van de IJmuidense Zilvermeeuwen, al zullen er vermoedelijk altijd nog wel vragen blijven. Aflezingen van gekleurringde meeuwen (groene ringen met 4 letters met tussen de 1e en 2e letter een dikke punt en beginnend met Y, F, K, M of P) kunnen worden doorgegeven aan Kees Camphuysen: Kees.Camphuysen@nioz.nl. Voor een overzicht van in Nederland actieve kleurringprojecten van meeuwen wordt verwezen naar Camphuysen (2008). Voor andere (buitenlandse) projecten wordt verwezen naar het overzicht van Dirk Raes: www.cr-birding.be
Additional Metadata | |
---|---|
Fitis | |
CC BY-NC 4.0 NL ("Naamsvermelding-NietCommercieel") | |
Organisation | Vogelwerkgroep Zuid-Kennemerland |
Fred Cottaar, Kees Verbeek, & José Verbeek. (2011). IJmuidense Zilvermeeuw Y.APP op de voet gevolgd. Fitis, 47(3), 165–168. |