Vanaf de negentiger jaren stijgt het aantal waarnemingen van IJslandse Grutto’s (in de maanden februari tot begin mei) in Nederland. Voor een deel komt dat door meer aandacht, maar vooral doordat de IJslandse Grutto’s steeds vaker en in grotere aantallen met onze Grutto’s (limosa mimosa) meetrekken de graslandgebieden in. En dat kan weer komen doordat de populatie IJslandse Grutto’s stijgt. In 2007 is de omvang van de populatie geschat op 55.000 exemplaren (mondelinge mededeling van T. Gunnarson). Naast de essentiële rol die onze graslanden (met name de in Europees verband unieke veenweidenlandschappen) vervullen voor de Hollandse Grutto (Limosa Limosa, ofwel Hollanders) is ook duidelijk dat een aanzienlijk deel van de populatie IJslandse Grutto’s van februari tot mei gebruik maakt van deze en andere graslandgebieden in Nederland. Tellingen in 2001 en 2002 kwamen op 19 tot 28 procent (Gerritsen en Tijsen, 2004). Exacte aantallen zijn de laatste jaren niet goed in beeld gebracht, maar het gaat waarschijnlijk om 10.000 exemplaren in een gemiddeld jaar en meer dan 15.000 in een goed (lees nat) jaar. De grootste aantallen bevinden zich in de veenweidengebieden, in het rivierengebied (vooral de IJssel) en in zilte/brakke gebieden in de Zeeuwse Delta en het Waddengebied.