Invasie van (Grote) Kruisbek 1982/83

Het belangrijkste verschil tussen de veel op elkaar lijkende kruis – beksoorten is niet zozeer de grootte, maar meer de snavel- en kopvorm. De snavel van de Grote Kruisbek is groter en dikker, maar vooral hoger dan de snavel van de Kruisbek (ca. 11 om ca. 14mm.), waardoor de kop een topzwaar uiterlijk krijgt (zie fig. 1). De bovensnavel loopt vrijwel ongemerkt over in de kop, zodat de Grote Kruisbek geen „voorhoofd” heeft en bovendien steken de snaveluiteinden in het algemeen niet uit, wat bij de Kruisbek meestal wel het geval is. Omdat de Kruisbek een smallere snavel heeft, lijkt deze „langer dan hoog”, terwijl de snavel bij de Grote Kruisbek ongeveer „even lang als hoog” is. Ook vertoont de ondersnavel van de Grote Kruisbek meestal een opvallende knik, waardoor de snavel van opzij vierkant lijkt (Terpstra & Osieck 1983). Op grond van waarnemingen in de Kennemerduinen beschouwt Hans Schouten als kenmerkend voor de Grote Kruisbek dat de ondersnavel even dik is als de bovensnavel, terwijl bij de Kruisbek de bovensneb dikker is dan de ondersneb. Een tweede verschilpunt is het geluid, hoewel daarvoor eigenlijk beide soorten gelijktijdig gehoord moeten worden. Het geluid van de Grote Kruisbek is harder, dieper en meer met een -u-klank: kjuupkjuup, herinnerend aan een hard vinkengeluid. Het geluid van de Kruisbek heeft meer een -ie-klank (kiep-kiep-kiep) en is minder doordringend.