Afgelopen jaar verscheen een aantal boeken over vogelzang en vogelgeluiden. Twee daarvan zijn The Singing Life of Birds van Donald Kroodsma en The Sound Approach to birding van Mark Constantine en The Sound Approach. Kroodsma is een Amerikaanse wetenschapper die al ruim dertig jaar onderzoek doet aan zangvogels. Sommigen zullen hem kennen van de klassieker Ecology and evolution of acoustic communication in birds uit 1996. The Sound Approach (MC, Arnoud van den Berg & Magnus Robb) is sinds 2000 bezig met het maken van geluidsopnamen van alle vogelsoorten in de West-Palearctis, met als doel om uiteindelijk een complete, goed gedocumenteerde collectie cd’s met vogelgeluiden uit te brengen. Beide boeken zijn eigenlijk niet met elkaar te vergelijken. Voor de Fitislezers probeer ik dat uiteraard toch. De belangrijkste overeenkomst is het onderwerp: vogelgeluiden. Nog een belangrijke overeenkomst is dat beide boeken zijn vergezeld van cd’s met opnames die aan de hand van een sonagram -een grafische weergave van een geluid- besproken worden. Beide beginnen met eenvoudige voorbeelden om het lezen van sonagrammen te leren. Kroodsma beperkt zich tot een handvol voorbeelden voor hij begint “aan zijn persoonlijke queeste om de zingende vogel te begrijpen”. The Sound Approach gaat dieper op de materie in en besteedt bijna een kwart van het boek aan de uitleg van zaken als toon, timbre, frequentie, ritme en modulatie. En ik moet zeggen dat het werkt. Ik heb het idee dat ik sonagrammen nu beter begrijp en dat voelt goed. Kroodsma schrijft hierover “It is the patterns I see that enhances the beauty I hear”.