Een vrijdagavond in november. Thuis gekomen van het werk en onderuit in een bank geploft. Er is geen twijfel of deze avond zal voorbijgaan zonder enige schokkende gebeurtenis. Wij horen de voordeur dichtslaan. Pa komt thuis van zijn lange wandeling langs het strand van Zandvoort, maar van de rust, die hij hierna meestal uitstraalt, is nu niets te merken. Een beetje opgewonden vertelt hij, dat er tientallen uilen langs de zeereep vliegen. ”Velduilen”, zegt hij daar nog bij. Even denk ik terug aan koude winteravonden, waarop we regelmatig gezelschap kregen van een velduil, die rondcirkelde in het licht van onze lampen. Maar: ”Tientallen uilen” doen me werkelijk op het puntje van de bank zitten en vijf minuten later zijn we al op weg richting zeereep.