Het is reeds jaren bekend dat in en rond het sluizencomplex Zilvermeeuwen broeden. Een totaalinventarisatie werd echter nooit gemaakt. Reden voor een aantal VWG-ers om de handen ineen te slaan en het gebied eens op z’n kop te zetten. Hieruit kwamen verrassende feiten naar voren; bijvoorbeeld 71 paar op daken broedende Zilvermeeuwen en zelfs 2 paar op daken broedende Kleine Mantelmeeuwen, welke vermoedelijk de eerste in dit biotoop broedende exemplaren in Nederland waren. Tevens werden in andere gebieden ook meeuwen geteld (in de Kennemerduinen gebeurde dit al langer in opdracht van SBB), zodat nu een totaalbeeld van de regio werd verkregen (figuur 1). Opvallend was ook het grote aantal broedparen van Zilver- en Kleine Mantelmeeuwen op het Forteiland (resp. 389 en ± 38 paar) en het duidelijk afnemend aantal in de Kennemerduinen. Deze afname is vermoedelijk het gevolg van vossen die de kolonie bezochten. Hoogstwaarschijnlijk kunnen zich op afgelegen plekken in onze regio nog meer broedparen bevinden. Mocht U van broedgevallen op de hoogte zijn, dan houden ondergetekenden zich aanbevolen. Met dank aan Rijkswaterstaat (de heren Stuut en Kalkman) voor de toestemming om het Forteiland te betreden en Frans de Boer, Hans Schouten en Hans Vader voor het verstrekken van gegevens.