In 1988 is onze regio weer geïnventariseerd op broedgevallen van Zilver-, Kleine Mantel- en Stormmeeuwen. Er werd, met name in IJmuiden, een flinke achteruitgang geconstateerd bij de Zilver- en Kleine Mantelmeeuwen. De grote kolonie op het Forteiland telde slechts 21 nesten van Zilvermeeuwen en 1 nest van Kleine Mantelmeeuw. In 1987 waren dit nog resp. 398 en 38 nesten. Oorzaak hiervan was een vos, die de eieren sneller opat dan de vogels ze konden leggen. Ook de voorbereidingen voor een toneelstuk en de bezoekers hiervan hebben zeer waarschijnlijk aan deze afname bijgedragen. Een kolonie elders in het gebied kreeg ook bezoek van een vos. Een en ander had tot gevolg dat verschillende broedparen zich verplaatsten naar het dak van de IJbunker. Dit resulteerde in een hoger aantal op daken broedende Zilver- en Kleine Mantelmeeuwen. Het aantal broedparen in de Kennemerduinen liep ook terug, wederom door de vos. Een lichte stijging in Duin & Kruidberg kon niet verhinderen dat het totaal aantal paren van Zilver- en Kleine Mantelmeeuw in Zuid-Kennemerland afnam (zie tabel 1). Het aantal broedparen van de Stormmeeuw bleef vrijwel hetzelfde ofschoon het broedsucces lager was. Het is afwachten hoe de situatie zich verder zal ontwikkelen. Gaan er nog meer meeuwen op daken in IJmuiden nestelen nu de oude kolonies onveilig zijn? Zal het aantal broedparen in Duin & Kruidberg toenemen? Misschien dat de gegevens van dit jaar (1989) meer duidelijkheid verschaffen.