Met het nieuwe telseizoen voor de deur (reeds geopend wanneer u dit leest) lijkt het mij nuttig om in het kort verslag te doen van de najaarstrek over zee in 1986. Ervaren en minder ervaren zeetellers weten dat het waarnemen van zeevogels voor de kust van Zuid-Kennemerland een inspannende bezigheid is, waarbij leuke soorten en aantallen bepaald niet uit de lucht komen vallen (of voorbij keilen). Dat het echter niet alleen armoe troef is, bleek dit najaar uit de enorme aantallen Jan van Genten die voor onze kust te zien waren. Ook kan ik het niet laten te herinneren aan najaar ’85 toen er Kleine alken, Middelste jagers en Vale stromvogeltjes werden waargenomen. Omdat bovendien een aantal van de leukere soorten slechts bij (noord)westerstorm voor onze kust te bewonderen zijl, wil ik iedereen komend najaar in ieder geval veel depressies toewensen.