Op 20 januari van dit jaar werd door het Overlegorgaan het beheer- en inrichtingsplan vastgesteld voor het Nationaal Park Zuid-Kennemerland in oprichting. In het najaar van 1994 zal de Voorlopige Commissie Nationale Parken (de Commissie Kleisterlee) het plan van commentaar voorzien en vervolgens zal de Staatssecretaris van Natuur de officiële status ’Nationaal Park’ toekennen aan de duinen tussen Bloemendaal en IJmuiden. De retorische vraag luidt nu: wat brengt deze status nu voor meerwaarde mee voor natuur en landschap van de Kennemerduinen, Duin en Kruidberg en Midden Heerenduin en de omliggende gebieden? Het antwoord luidt: nagenoeg geen! De meerwaarde van het Nationaal Park zou volgens voorstanders voornamelijk zitten in het overleg tussen tal van betrokkenen en de inbreng van extra natuurterreinen binnen de grenzen van het Nationaal Park. Zo brengt de gemeente Bloemendaal 106 hectare in, waaronder de strook grond langs de Zeeweg. Velsen brengt 104 hectare in, waaronder de ’Duinen van Velsen’. Zowel de ’Zeeweggronden’ als de ’Duinen van Velsen’ zijn inmiddels beschermd natuurmonument in de zin van de Natuurbeschermingswet. Niettemin hadden Velsen en Bloemendaal geheel andere plannen met de gemeentelijke duinterreinen. Bloemendaal wilde langs de Zeeweg recreatie-activiteiten ontwikkelen en Velsen wilde minimaal 600 woningen in de duinen bouwen. Dankzij een uitspraak van de Raad van State kan Bloemendaal echter haar plannen niet verwezenlijken en Velsen heeft inmiddels ingezien dat de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij nooit toestemming zal geven om in een beschermd natuurmonument te bouwen. Toch handhaaft Velsen een claim om aan de randen van dit gebied woningen neer te zetten in de toekomst.