Naar aanleiding van het stukje van mevr. Heidweiller over Nijlganzen: In de Fitis Jaargang 5-aflavering 4 (1969) maakt de heer A. Mulder melding van 3 Nijlganzen op het bekende grasland achter het voormalige Jac. P. Thijsse lyceum in het landgoed Elswout. Op een dag voegde zich hierbij een Indische Gans. In de Fitis van juni 1972 (Jg 8, afl. 3) maakt de heer Blekendaal gewag van broedgeval(len) van de Nijlgans (of Egyptische Vossegans) in de oostelijke Haarlemmermeer. Tevens legt hij er de nadruk op, dat hij veel aandacht besteedt aan deze en andere soorten, die bij sommige andere veldornithologen uit de gratie liggen omdat het semi-wilde soorten zijn. Volgens mij heeft hij hierin gelijk. Ik reageerde op zijn stukje in Fitis 8-5. Tot de Avifauna van Nederland worden o.m. gerekend: Flamingo, Siberische Taling, Blauwvleugeltaling, Amerikaanse Kuifeend, Witkopeend, Casarca, Canadese Gans, Rode Patrijs (vgl. Vogeljaar 22-5, blz. 889v.: okt. 1974), Bruinkeelortolaan, Grijze Junco, etc., allemaal soorten met een luchtje er an.
Additional Metadata | |
---|---|
Fitis | |
CC BY-NC 4.0 NL ("Naamsvermelding-NietCommercieel") | |
Organisation | Vogelwerkgroep Zuid-Kennemerland |
K.J. Eigenhuis. (1975). Nijlgans III. Fitis, 11(2), 25–27. |