1 December kregen we een telefoontje dat er 2 ganzen op een weiland aan de Leendert Meeszstr. liepen te foerageren. Wij er op af en toen bleken het Nijlganzen te zijn. Van een wandelaar hoorden we dat ze ±3 weken geleden ook geregeld op het weiland gezien waren. Ze waren toen opvallend schuw. Nu waren ze heel wat tammer want op ± 10 m. afstand konden we hen goed bekijken. Veldkenmerken: Gans, hoog op de poten die oranje/rood zijn gekleurd evenals de snavel. Witte kop met heel donker bruine oogring, bruine halsring, lichte borst, donkerbruine rug, groene vleugels met wat wit (in vlucht schijnt veel wit op te vallen), heel donkere stuit. Meteen moest ik denken aan de laatsste ”bird-in” toen enkele dia’s werden vertoond van Nijlganzen in het Spaarne. Vanzelfsprekend werd aangenomen dat dit vogels uit een hoenderpark o.i.d. waren. Maar een paar punten klopten nu niet volgens mij: 1. een parkvogel o.i.d. is aan mensen gewend dus niet schuw; 2. meestal zijn deze vogels gekortwiekt maar ”onze” vogels konden heel goed vliegen.
Additional Metadata | |
---|---|
Fitis | |
CC BY-NC 4.0 NL ("Naamsvermelding-NietCommercieel") | |
Organisation | Vogelwerkgroep Zuid-Kennemerland |
Heidweiller. (1974). Nijlganzen. Fitis, 10(6), 102–102. |