Deze uitroep werd geslaakt door een Amerikaanse toerist die zojuist uit een busje met vogeltoeristen was gestapt, nadat een Smelleken zoveel consternatie bij de vogels in the pond (meertje) teweeg had gebracht dat ze alle op de wieken waren gegaan inclusief de twee Ross’ Gulls. Gelukkig werd aan het verzoek voldaan en keerden de vogels weer terug nadat het Smelleken uit zicht was en konden de birdwatchers uit de States zich vergapen aan deze twee uitzonderlijke meeuwtjes. Het toerisme in het late voorjaar is voor het plaatsje Churchill aan de Hudsonbaai in Canada voor een groot deel afhankelijk van de Ross’ Meeuwen die sinds 1979 met enkele paren op de naburige toendra broeden, en omdat dit de enige redelijk bereikbare plaats op het Amerikaanse continent is waar deze vogels goed te zien zijn, trekken veel vogelaars uit de VS, maar ook uit Europa hier naartoe. De dia’s die Arie de Knijff ons (Hans Schouten en mij) van het vogelleven van Churchill en omgeving had laten zien hadden ons er toe gebracht om daar een vakantie door te brengen. Churchill ligt aan de mond van de Churchillrivier (genoemd naar een voorvader van Winston Churchill) en heeft nog geen 1000 inwoners. Ze bestaan van de graansilo’s, de haven, de jacht en visserij en van het toerisme. Het plaatsje is alleen per trein (1690 km van Winnipeg) of per vliegtuig te bereiken. Het heeft een gezondheidscentrum, een ziekenhuis, een school, zwembad, bibliotheek en een paar goede motels. Vooral in oktober en november is Churchill in trek bij toeristen. Dan zwerven overal in de buurt IJsberen rond en grote bussen met reusachtige wielen brengen de toeristen naar plaatsen op de toendra waar de beren te bewonderen zijn.
Additional Metadata | |
---|---|
Fitis | |
CC BY-NC 4.0 NL ("Naamsvermelding-NietCommercieel") | |
Organisation | Vogelwerkgroep Zuid-Kennemerland |
Piet Munsterman. (1999). Oh Lord, let them come back!. Fitis, 35(1), 45–46. |