Op maandag 17 mei 2004 om 10.30 uur liep ik in het Langerak, aan de rand van de grote verstuiving langs de Bruid van Haarlem in het Nationaal Park Zuid-Kennemerland. Daar viel mij een drukke vogelzang op, die mij aan een Bosrietzanger of grasmusachtige deed denken, maar ook aan een spotvogelachtige. De zang bestond uit een mix van geluiden die niet meteen aan een ‘gewone’ Spotvogel deed denken, want het typische duderoid-jodeltje ontbrak. Omdat Spotvogels in de duinen op voorjaarstrek meestal schaars zijn en maar zelden worden gehoord, was mijn interesse meteen gewekt. De vogel zong druk, maar niet, zoals Grasmus of Braamsluiper dat doen, in een kale tak of ergens op de kruin van een struik. De vogel bleef daarentegen steeds verborgen in de begroeide kruinen van de struikzoom langs de zandverstuiving. Aanvankelijk was hij moeilijk te zien en leek tamelijk schuw, maar op ongeveer 20 meter afstand liet hij zich uiteindelijk goed bekijken.