Zelf heb ik me vaak herkend in de rondborstige bakker van W.G. van de Hulst uit ‘In den Soeten Suykerbol’, die ’s ochtends op weg naar zijn werk als betoverd kon luisteren naar de vroege ochtendzang van de lijster of de Boomleeuwerik. De ambachtsman verscheen regelmatig te laat op zijn werk, getroffen als hij was door de paradijselijke klanken van de vogels. “Die tijd bestaat niet meer”, hield ik mezelf voor, ondanks het feit dat vogels nog steeds fantastisch zingen. De tijd van romantische verwondering is voorbij. Alles heeft tegenwoordig een oorzaak en verdient een verklaring, zo lijkt het wel. Simpelweg genieten lijkt uit den boze. Cultuurfilosoof Ton Lemaire geeft in zijn net verschenen boek ‘Op vleugels van de ziel’ echter onomwonden te kennen dat oprechte begeestering voor vogels niet iets is om je over te schamen. Lemaire heeft een dikke pil geschreven over hoe vogels door alle tijden en culturen heen zijn afgebeeld en welke betekenis ze hadden voor de toen levende mens. Zijn onderzoeksveld is zo breed en zo veelomvattend, dat zijn missie wel gedoemd lijkt te mislukken. Gelukkig heeft Lemaire niet de pretentie volledig te zijn en mede daardoor is hij er in geslaagd een respectabel aantal historische en cultureel verantwoorde weetjes over de vogelwereld naar voren te brengen.