Het punt-transect-tellingen-project voor wintervogels (PTT-project) heeft ten doel de veranderingen in het aantal in Nederland overwinterende vogels te bepalen. De coördinatie van het veldwerk ligt bij SOVON. Het veldwerk van dit project wordt uitgevoerd met behulp van de methode van de punt-transect-telling. Dit houdt in dat op een route (transect) 20 vaste telpunten uitgezet worden. Bij ieder punt telt men 5 minuten alle waargenomen vogels. Daarnaast dient men gegevens te noteren over de weersgesteldheid en éénmalig de biotoopkenmerken van de route (zie tabel 1). Er zijn 4 tellingen per jaar, te weten in de perioden 15 t/m 31 augustus, 10 t/m 25 november, 15 t/m 31 december en 10 t/m 25 februari.