Al geruime tijd bestond het idee om – naast de reguliere trektellingen – aandacht te besteden aan de ruimtelijke spreiding van de trek over de regio. Na een tweetal (mislukte) simultaantellingen in 1984 en een achttal simultaantellingen bij Parnassia en ’t Wed in 1986 zijn er in 1988 twee tellingen uitgevoerd. Het doel van deze tellingen is drieledig en samen te vatten in de volgende vragen: – Waar vliegt welke soort en in welke aantallen? – Welke vliegrichting houdt een soort aan bij zijn passage door de regio? – Varieert de vlieghoogte per biotoop (telpost)?