Ik woon aan de zuidrand van Zandvoort, tegen de duinen aan. De achtertuinen van onze straat en de aanliggende straten omvatten bij elkaar ca. 2100 vierkante meter tuin met hagen en veel bomen en enkele vijvers. Een vogelparadijs. Een buurman heeft hoge sparren (ca. 12 meter hoog), met in een van de bomen een (of meer) nest(en) van Zwarte Kraaien. Tenminste dat dacht ik altijd, nu ik het boekje erop nakijk is er in elk geval één Bonte Kraai bij, die heb ik eens bij de vijver zich zien laven, opvallende verschijning, witte veren aan een kraai. Die kraaien patrouilleren de omgeving en nemen geregeld positie in op de hoogste schoorsteen of boom en geven dam hun krassende territoriumroep af. Alle Eksters, die vroeger ook in de Sparren nestelden, worden gecoördineerd weggejaagd door een koppel kraaien. Kauwtjes worden getolereerd in het gebied. De kraaien zijn schuw, maar komen nu wel bij mij in de tuin uit de vijver drinken, natuurlijk pas nadat ze eerst goed de omgeving op gevaar hebben beproefd vanaf het dak van de garage. En dat de kraaien er de wind onder hebben bewijst het volgende incident. Aan het begin van de schemering vandaag 24 juni om een uur of negen ’s avonds zag ik vanuit de keuken in de tuin midden op het gazon een jonge Sperwer zitten met een nog bewegende mus in zijn klauwen. Ik hoorde alarmgepiep van andere mussen. De Sperwer zat open en bloot midden op het gazon, in een precaire positie. Dat bleek uit het feit dat de vogel voortdurend de omgeving aftuurde op onraad en een keer ineen dook toen een vogel vlak overvloog. Ik had nog even tijd om het fototoestel te pakken en kon nog een foto maken van de Sperwer. Ik stond in de aanslag om nog een foto te maken, toen de heer en mevrouw kraai in formatieduikvlucht dreigend op de Sperwer aanvlogen vanuit het niets. De Sperwer vluchtte weg, met meenemen van de prooi in de poten, richting duinen. Ik drukte hopelijk net op tijd af. Een routineklus voor de kraaien, maar voor mij een hele belevenis.