Donderdag 25 juni 1998 voor mijn werk de hele dag naar Enschedé geweest. Met de auto. Hele dag binnen gezeten. Op weg terug flinke regenbuien. Nederland voetbalt op de radio tegen Mexico en geeft een 2-0 voorsprong weg. Bij Amsterdam klaart het op, de zon breekt door. Ik wil wat vogels zien, sla rechtsaf bij het Rottepolderplein en pak de oude dijk van Halfweg naar Spaamdam. Hé, een troep Kieviten. Even stoppen. Ik pak de kijker van onder mijn stoel vandaan, kijk en zie meteen een Steppekievit! Nu ligt er al jaren onder mijn andere stoel een door Lars zelf gesigneerde Jonsson met de wens ’good trips in the field’ en eindelijk is het dan zover met die goeie trip. Ongelooflijk, wat geweldig dat ik dat zomaar zelf ontdek; eeuwige roem zal mijn deel zijn! Jammer alleen dat het beestje zo makkelijk te herkennen is; echt slim hoef je er niet voor te zijn, dat boekje heb je er eigenlijk niet voor nodig. En zo heel zeldzaam is de Steppekievit eigenlijk ook niet: je hoort er elk jaar wel van. Iets minder roem dan maar. Geeft niet, het is een prachtige vogel, mooi in zomerkleed, mooi scherp afgetekende zwarte kruin, witte wenkbrauw en zwart oogstreepje en een wat gelige oorstreek daaronder. Verder goeddeels beige verenkleed met donkere buik, zonder vlekje of oneffenheid. Mankeert niks aan. Een uurtje later, na wat telefoontjes en piepjes, en met de telescoop erbij wil de vogel wel even de vleugels strekken en een rondje vliegen. Een fraai en opvallend patroon van wit, zwart en beige wordt zichtbaar. De hand is wat minder breed dan van een gewone Kievit, de vleugelslag wat sneller.