1970
Toeslag van het landelijk broedvogelonderzoek 1970
Publication
Publication
Fitis , Volume 6 - Issue 4 p. 9- 12
In 1970 werden de volgende soorten onderzocht: boerenzwaluw, huiszwaluw, oeverzwaluw, paapje, zwarte roodstaart, braamsluiper en wielewaal. In de keuze van de soorten is op de duur een zekere eenzijdigheid ontstaan: drie soorten zwaluwen en nog vier andere zangvogels. Ook in 1971 zullen alleen zangvogels onderzocht worden. Onder andere groepen vogels zijn ook soorten die in ons onderzoekkader zouden passen. We denken bijv. aan kievit, tureluur, slobeend, zomertaling en ongetwijfeld vele andere. We zijn van mening dat soortenonderzoek voor het hele land zinvol is, naast de gebiedsinventarisaties voor alle vogelsoorten die op verschillende plaatsen in ons land gedáan worden. Diverse soorten vragen een zo speciale aanpak, dat het voordelen biedt als een bewerker zich geheel op één vogel kan konsentreren. Er is dan kans op een grotere verdieping. Of die bereikt wordt hangt af van faktoren als aantal medewerkers, beschikbare tijd van de bewerker, moeilijkheid van de soort. Om deze redenen zullen de resultaten per soort zeer sterk uiteenlopen. Het is danook onjuist de resultaten van de bewerkers met elkaar te gaan vergelijken. Ieder onderzoek staat volkomen op zichzelf.
| Additional Metadata | |
|---|---|
| Fitis | |
| CC BY-NC 4.0 NL ("Naamsvermelding-NietCommercieel") | |
| Organisation | Vogelwerkgroep Zuid-Kennemerland |
|
J. Philippona. (1970). Toeslag van het landelijk broedvogelonderzoek 1970. Fitis, 6(4), 9–12. |
|