Voor het eerst in het bestaan van vogelwerkgroep Zuid-Kennemerland en vogelwacht Zaanstreek is er in hun werkgebied sprake van een vaste pleisterplaats voor overwinterende ganzen uit verre streken. Rietganzen (Taiga-/Toendrarietganzen Anser fabalis/serrirostris) in dit geval, waarvan een groot deel zelfs uit oostelijker streken afkomstig is dan de rietganzen die normaal in Nederland overwinteren. Dat is mijn conclusie nadat ik vanaf februari 2001 vrijwel wekelijks de graslandgebieden rond Assendelft en Haarlem heb bezocht in de periode dat hier rietganzen waren (oktober tot april). Weliswaar gaat het om een relatief klein aantal rietganzen (maximaal zijn 350 exemplaren door mij geteld) en is er nog niet sprake van een duidelijke slaapplaats en drink- of voedselvluchten maar ze waren wel constant aanwezig. Dat geldt vooral voor de periode oktober 2002 tot eind maart 2003.