Het Prins Bernhardbos is in 1999-2000 aangelegd als onderdeel van het project Groene Weelde in de Haarlemmermeer. Landschapsarchitect F. Ruyten heeft in het kader van een vergelijkend onderzoek naar beplantingsmethoden bewerkstelligd dat een deel van het ’bos’ is aangelegd volgens de methode Integrale Beplanting; dat wil zeggen dat reeds 12-15 jaar oude bomen en 6 jaar oude struiken zijn geplant in de uiteindelijke parkstructuur. Dit deel van de aanplant vormt daarmee een scherp contrast met de rest van het park-in-wording: rijen van kniehoge twijgjes geplant volgens de methode Blijvers-Wijkers uit de traditionele productie-bosbouw. De idee is dat Integrale Beplanting weliswaar in aanleg een stuk duurder is vanwege langjarig opkweken en omvangrijk transport, maar in onderhoud veel goedkoper zal zijn door minder intensieve onkruidbestrijding en het achterwege blijven van dunningen. Bovendien is het eerder geschikt voor recreatief gebruik. Het proefproject Prins Bernhardbos heeft echter niet alleen financieeltechnische kanten. Naast een esthetisch en ethisch aspect (denk aan landgoed-architectuur en geen periodieke dunningen van levend materiaal) is er ook een ecologische vraagstelling: hoe reageren de (broed)vogels op deze ’revolutionaire’ beplantingsmethode? Welke vogelsoorten duiken in welke aantallen op? Zijn er verschillen in vogelbevolking tussen de deelgebieden met Integrale en Blijvers-Wijkers Beplanting? Vanwege de gedeelde interesse in de (natuur)wetenschappelijke resultaten hebben leden van de Vogelwerkgroep de vogels van het Prins Bernhardbos in het broedseizoen van 2000 geïnventariseerd.