Bij het herkennen van de diverse vogelsoorten zijn een aantal kriteria van belang. Grootte, vorm, kleur en geluid zijn de belangrijkste. Alle vormen zijn sterk afhankelijk van de ontwikkelde levenswijze. De breedtegraad speelt wat de grootte van de vogels betreft geen grote rol in vergelijking met zoogdieren. Een Poolvos is kleiner dan zijn Nederlandse neef, heeft minder uitstekende delen en bijvoorbeeld kortere poten. De Sneeuwuil is als poolvogel zeer dicht bevederd en is kwa kleur aan het landschap aangepast maar verder zijn geen speciale grootte-kenmerken aanwezig. Binnen de poolcirkel zal men wat de vogels betreft er niet veel aantreffen die een ekwivalente grootte hebben als de Sneeuwuil. Toch gaat dit verhaal niet helemaal op. Immers kleine vogels treft men aan op bijna alle breedtegraden. Het gaat er echter hoofdzakelijk on de grootte naar soort te kunnen onderscheiden. Gelijke species zijn op alle breedtegraden ongeveer even groot; ook de diverse ondersoorten.