Dit stukje is niet gebaseerd op een diepgaand onderzoek en ook geen resultaat van jarenlange nauwkeurig bijgehouden tellingen. Het is meer een impressie, een opmerken van wat naar mijn mening de laatste jaren is veranderd, als je zomaar eens wat meer let op de vogels rond je huis en in de wijk waar je woont. Ik wil zo’n 25 jaar teruggaan en meen te kunnen stellen dat er toen minder soorten waren te zien. Een toename dus. Ik heb het dan over de Boerhaavewijk in Haarlem-Schalkwijk. De Blauwe Reiger zag je zelden rond de wijk en al helemaal niet in de wijk. Nu zeer algemeen. Vliegt dikwijls tussen de huizen door. Daar zullen de vijvers in de tuinen wel debet aan zijn. De Turkse Tortel is ook zo’n voorbeeld. Toen niet voorkomend en nu eveneens zeer algemeen. Dat geldt dan ook voor Kauw en Ekster. Over de Kauw nog dit: het is een imposant gezicht als in de schemering honderden Kauwen hun slaapplaatsen opzoeken in de bomen bij het Elisabeth Gasthuis. En buiten de wijk heb je tegenwoordig de kans om in de weilanden de Nijlgans en de Lepelaar te zien; en soms zelfs de Ooievaar. Ook de Vlaamse Gaai zie ik regelmatig rond ons huis. Al tweemaal een jong gezien in de straat; een dood op de grond, een ander zittend in een raamkozijn. Dus ook broedend in onze buurt? Voor ons huis staan vijf Lindebomen. Vaak zie ik daar een Boomkruiper op de stam. Zag je voorheen nooit. Wat ik mis? De Kuifleeuwerik, helemaal weg. Putter en Staartmees zie ik veel minder. En ja, dat ik de Huismus minder vaak zie is geen opzienbarend nieuws. Maar ook de Spreeuw lijk ik wel minder te zien. Misschien dat in andere wijken soortgelijke ontwikkelingen zijn waar te nemen? Wellicht dat er op gereageerd wordt.