Tussen 1827 en 1838 werkten graveurs in Engeland en Schotland continu aan het uitbrengen van de 435 met de hand ingekleurde kopergravures, die uiteindelijk het boek The birds of America van vogelschilder John James Audubon zouden vormen. Alle vogels van Noord-Amerika zijn daarin op ware grootte en in hun natuurlijke omgeving afgebeeld. Het is het grootste en duurste boek (in 2002 bracht een bij Christie’s in Londen geveild exemplaar 8,8 miljoen dollar op) ter wereld. Van het toen geproduceerde aantal exemplaren (naar schatting 180) zijn er nog 120 compleet. Eén daarvan bevindt zich in Teylers Museum in Haarlem, waar van 3 november tot en met 20 januari 2008 een tentoonstelling van deze bijzondere tekeningen is ingericht. Of zijn tekeningen van vogels ‘mooi’ zijn is niet aan de orde. ‘Mooi’ is een subjectief begrip en smaken verschillen, maar indrukwekkend zijn ze zeker. Audubon tekende op een formaat van 100 bij 70 centimeter en kon ‘zijn’ vogels daardoor tot in de kleinste details tonen. En dat was iets, wat zijn tijdgenoten niet kenden. Verrekijkers bestonden in het begin van de 19e eeuw nog slechts in laboratoria, waardoor een mooi en helder zicht op de meeste vogels een vorm van luxe was. Voor natuurliefhebbers ging er dan ook een wereld open, toen Audubon in zijn tekeningen de kleurrijke vogelpracht op ware grootte onthulde. Het gaf velen een stimulans om zich verder te verdiepen in de wonderen van de natuur.