Op 23 oktober 1988 werden uit Friesland de eerste Pestvogels van deze winter gemeld. Op 24 oktober was ook de eerste Pestvogel van Noord-Holland een feit. Nog een dag later volgden de eerste twee waarnemingen uit Zuid-Kennemerland. Berichten van overvliegende en pleisterende groepjes volgden elkaar snel op. Al gauw bleek het om meer dan gemiddelde aantallen te gaan en sprak men over een invasie. Deze invasie had echter geen massaal karakter en zette ook niet echt door. Bij een grote invasie, zoals in de winter 1981-1982, verschijnen de eerste vogels in Noord-Nederland ook in oktober en nemen de aantallen in november eveneens sterk toe. Maar in december nemen de aantallen dan verder toe en de verspreiding strekt zich over heel Nederland uit. De Pestvogels beginnen dan in januari en aan de kust pas zelfs in februari te verdwijnen. De invasie van deze winter lijkt, landelijk gezien, al in december te zijn doodgebloed.