Na de drie strenge winters van ’84/’85, ’85/’86 en ’86/’87 beleven we nu (begin februari) de derde zachte winter op rij. Er zijn nauwelijks perioden met vorst geweest, zodat de overwinterende vogels weinig te lijden hebben gehad. Het fraaie weer van de afgelopen zomer betekende bovendien een goed broedseizoen. Geen wonder dus dat de stand van een aantal soorten flink is verbeterd. De afgelopen zomers was dat al goed te merken bij het inventariseren van ondermeer Roodborst en Winterkoning. In najaar en winter komt de invloed van zacht winterweer vooral tot uiting bij soorten die afhankelijk zijn van open water. Zo lijken de populaties van ondergenoemde soorten weer op, of boven het niveau van 1984 te zijn beland.