IJseenden overwinteren in Nederland in vrij klein aantal. De westelijke Waddenzee is met enige honderden vogels de belangrijkste pleisterplaats. Verder is ook de Grevelingen vermaard: vanaf de Brouwersdam laten tientallen Ijseenden zich vaak schitterend bekijken. In Zuid-Kennemerland is de IJseend een doortrekker en wintergast in klein aantal. Het zal niemand verwonderen dat het gros van de waarnemingen van de Zuidpier afkomstig is. In het rapport ”Vogels van de strandvlakte en de zuidpier van IJmuiden” wordt, voor de periode 1978-1988, een maximum van vijf pleisterende vogels vermeld. Waarnemingen van langstrekkende IJseenden zijn eveneens schaars. Vanaf oktober tot ver in april maar vooral in oktober en november, worden er weleens over zee vliegende vogels gezien. Buiten deze periode en op de binnenwateren, is de IJseend nog schaarser. Opvallende waarnemingen zijn: nov/dec. 1984 2 vr. A.W. duinen apr./dec. 1985 1 vr. Spartelmeer, Kennemerduinen 13 mei 1986 1 vr. binnenterrein circuit, Zandvoort 22 nov. 1986 1 mn. Vogelmeer, Kennmerduinen 29 jan. 1987 2 m/v A.W.duinen 19 feb. 1987 1 vr. Fuikvaart, Zuiderpolder 16/19 juni 1988 1 vr. Zuidpier nov.88/jan.89 3 Duinmeer, Midden Herenduin 24 april 1989 1 vr. Molenplas, Schalkwijk 28 mei 1989 2 m/v Telpost Reddingsbrigade