Vorig jaar werd er van eind februari tot begin juni 74,5 uur geteld, waarvan bijna 63 uur aan zee. Dit gebeurde op de kustposten Zuidpier, Parnassia en de Reddingsbrigade. De rest van de teluren werd in het binnenland gemaakt (Starrenberg, plasje Spaarnwoude, Nova Zembla). Dit laatste gebeurde doordat we d.m.v. twee simultaantellingen een overzicht wilde krijgen van wat er op die dagen aan vogels over Zuid-Kennemerland trok. De meeste vogels werden vliegend over zee gezien; zo werden er een kleine zesduizend sterns gezien(!) en ruim drieduizend steltlopers. Van deze sterns werden er zo’n 1100 als Visdief gedetermineerd en 72 als Noordse Stern. Een groot aantal sterns werd genoteerd als ”Noordse Dief” d.w.z. dat het duidelijk was dat de betreffende sterns of Visdieven of Noordse Sterns waren, maar dat door de lichtval en/of de afstand niet uit te maken viel tot welke van de soorten deze sterns behoorden.