Het zeldzaam mooie nazomerweer in oktober is van grote invloed geweest op het verloop van de vogeltrek. Door het uitblijven van lage-drukgebieden en het daardoor rustige weer is er maar betrekkelijk weinig zichtbare trek geweest. De vogels, die zich lieten stuwen, hadden maar weinig trekdrang en daar er overvloedig voedsel was, zwierven deze al fouragerende zuidwaarts. De veelvuldig voorkomende uitgebreide mistvelden waren voor veel vogels een belemmering. Boven de grondnevels was wel trek te horen. Door de mist zijn op zee veel vogels omgekomen door disoriëntatie en vermoeidheid. Van zeevissers vernamen we, dat ze veel vogels aan boord kregen en dat ze ook menige vogel in zee zagen vallen. Op de stranden vonden we dan ook aangespoelde spreeuwen.