Het weer in aanmerking genomen verwachtte ik niet veel vogels te kunnen ringen. Er waaide een (te) harde W-wind die spoedig toenam tot windkracht 6 à 7. Eenmaal ter plaatse toch maar de lokvogels buiten gezet en eens kijken of het wat uithaalde. De tijd verstreek zonder dat er iets te vangen was. Om 7.20 uur kwam een vogel in de bomen zitten die opviel door zijn verenkleed. Mijn eerste reaktie was: wat een klein klapekstertje! Tevens viel me op dat de vogel veel zwart op de kop had en niet zo’n lichte indruk maakte als een klapekster. Aanvankelijk durfde ik mijn kijker niet te pakken omdat ik de lokvogels in de gaten moest houden, want van klapeksters ben ik gewend dat zij volkomen onverwachts een lokvogel kunnen grijpen. Het is dan zaak om snel het vangnet dicht te trekken om de klapekster geen tijd te geven de lokker te verwonden. Ons klapekstertje keek wel een paar maal naar de lokvogels schuin onder zich, maar bleef zitten waar hij zat. Deze kans benutte ik om vlug mijn kijker (8x50) te pakken en de vogel, die op nog geen 2,5 m. van mij af zat, nader te bekijken: zwarte baan boven ogen die doorliep over het voorhoofd, egaal rossige borst, een klein wit vleugelvlekje en verder veel gelijkend op een miniatuur klapekster. Dit kon alleen maar een kleine klapekster zijn!