Op 12 december 1992 werd op de plasdras staande zanderij in Middenduin, Overveen gemeente Bloemendaal, enkele minuten lang een Zwarte Ibis Plegadis falcinellus gezien. Een waarneming geheel in de geest van de meeste ibis waarnemingen die in Nederland gedaan worden, namelijk in de tweede helft van het jaar. Het waargenomen exemplaar trok de aandacht door het P.f. chihi of de grotere uit Voor-Indië afkomstige Pseudibis papilosa, die bovendien een witte vleugelspiegel heeft. Vermoedelijk betrof het geen exemplaar uit gevangenschap, omdat daarvan geen kenmerken als ringen of vleugelmerken te zien waren. Bovendien oogde de vogel gaaf. Een paar dagen dook er in het Belgische kustgebied een Zwarte Ibis op. Dezelfde? Op 27 mei 1993 was het weer raak en opnieuw op Middenduin. Gedurende enkele dagen verbleef een adulte Zwarte Ibis langs de Zanderijvaart. En passant dook de vogel ook nog enkele uren op in het nabij gelegen landgoed Elswout. Opmerkelijk aan deze waarneming was dat de vogel alert, maar zeker niet opvallend schuw was. Na enige tijd was er zelfs sprake van een zekere vertrouwelijkheid. Zeker bij het fotograferen hield de vogel weliswaar de afstand tot de camera gelijk, maar ging gewoon verder met voedselzoeken. Het ging om een adulte vogel getuige het verenkleed, hoewel er zeker geen sprake was van broedkleed. De bruine kop en hals waren van, op afstand vaag waarneembare, lichtere streepjes voorzien. De vleugeldekveren, de slagpennen en een deel van de rug waren iriserend groenblauw. Het oog was bruin met een in kleur iets afwijkende iris. De snavel was naar de punt toe versmald en vleeskleurig olijfbruin. Dat de snavelhelften niet naadloos op elkaar sloten was goed te zien. Er zat een duidelijk zichtbare spleet tussen de beide. De snavelbasis was, tot aan het oog, kaal en afwijkend vermiljoenrood van kleur. Poten en tenen waren bronsbruin en het hielgewricht leek, mogelijk door de lichtval, enigszins blauwachtig. De vogel was flink groter dan een Wulp.