In de herfst 1968 zagen we nabij de vijver in Elswout een warm bruin vogeltje goed zichtbaar op het al kale hout zitten. Zijn kleur deed me denken aan de nachtegaal, maar deze vogel had ’n brede korte staart, waar hij vreemd mee zat te wippen. We konden hem rustig bekijken. Plotseling ”barstte” hij in luid zingen uit. Ik weet het niet beter uit te drukken. Wat kon het zijn? Thuis meteen de ”gids” geraadpleegd. Heel enthousiast vonden we hem direkt, ’t klopte precies! Maar wat een domper – hij kwam hier niet voor volgens de boeken. Maar voor mij stond het vast: het was een Cetti’s zanger. Van Hans Vader hoorde ik laatst dat de Cetti’s zanger naar het noorden ”optrekt”. Nog iets vermeldenswaardig: tijdens een wandeling op een zeer triestige dag zaten we even stil bij de vijver. Daar waren een paar waterhoentjes nogal druk doende met echter het riet, er was ook een vreemdeling bij, een kleiner gespikkeld of gevlekt vogeltje met een lichte stuit, die zich druk roerde, en een voor mij vreemd scherp geluid voortbracht. Hij was levendig, haast ruzie makerig met de waterhoentjes. Plotseling toen wij ons bewogen was hij verdwenen. Het moet een Porseleinhoen geweest zijn.