Herinnert u zich nog hoe het was? Vroeger lag er bij de Zuidpier een prachtige, brede strandvlakte. Tegen de pier aangedrukt lagen primaire duintjes met zoutminnende planten. Na vloed en storm meanderden slenken tussen de duintjes door. Als je daar ’s winters rondwandelde had je een beetje het “waddengevoel”, alsof je op de kwelder van Schiermonnikoog liep. Je kwam er ook dezelfde vogels tegen. Altijd liep je groepen Fraters en Sneeuwgorzen tegen het lijf. Dichter bij zee dribbelden grote wolken Drieteenstrandlopertjes druk heen en weer. Als je dan de Zuidpier opklom en naar het puntje liep zag je altijd meerdere Roodkeelduikers, regelmatig een Parel- of IJsduiker, vele Zeekoeten en andere leuke watervogelsoorten. Teruggekomen bij het begin van de pier dook je dan een van de weinige paviljoens in, natuurlijk paviljoen Zuidpier, om naast de houtkachel onder het genot van warme choc met slagroom je waarnemingen in het logboek van de Vogelwerkgroep Zuid-Kennemerland in te vullen. Als je de omgeving van de Zuidpier nu bezoekt zie je op de plaats van de voormalige strandvlakte een halfgevulde jachthaven aan een boulevard met snackbars, een Chinees, een hotel en een gokhal.