Zestig jaar is ruim tweederde van een gemiddeld mensenleven! Da’s lang, heel lang. In die zestig jaar veranderde van alles. Helaas vaak niet in het voordeel van de natuur, laat staan van de vogels. Gelukkig zijn er ook lichtpunten, maar die zijn toch in de minderheid. Intussen woont een derde deel van alle Nederlanders in en langs de Randstad. Verdeel de totale landoppervlakte van Nederland over 17 miljoen inwoners en iedereen heeft dan gemiddeld een stuk grond ter grootte van ongeveer 1376 m2 ter beschikking. Een lap van 37 x 37 meter! Om te wonen, te werken, te ontspannen, van natuur te genieten, te sporten of te reizen. Concreet betekent dat er voor de bewoners van de Randstad, waarin het werkgebied van de Vogelwerkgroep Zuid-Kennemerland (VWG) toch ligt, nog véél minder ruimte is. Wie op kaarten kijkt schrikt. Haarlem en omliggende gemeenten groeiden in de afgelopen decennia en het bebouwde oppervlak nam sterk toe. Daarvoor werd heel veel duin afgegraven om zand te leveren als basis voor woningbouw in drasse omgeving. Groot Vogelmeer, Oosterplas, Spartelmeer en Wethouder Gelukpark (Bokkedoorns) zijn daarvan zichtbare herinneringen. De aanleg van infiltratiegebieden in de ADW betekende nóg een aanzienlijke ingreep in de duinen, ook al ervaren we dat nu niet meteen meer zo. De groene inrichting binnen de nieuwe bebouwing bleef vaak achter. Vrij recent leverde Schalkwijk zelfs nog schaars openbaar groen in voor verdere verdichting en bebouwing. De meeste grote bouwlocaties ontstonden in het poldergebied. Denk maar aan Schalkwijk en Velserbroek. Gelukkig werden groene recreatiegebieden (nieuwe natuur!) gerealiseerd. De buffer tussen Amsterdam en Haarlem bijvoorbeeld en het Haarlemmermeerse groengebied. Maar veilig gesteld zijn die gebieden allerminst, kleinschalige bouw vindt, ondanks alle bescherming, nog steeds plaats langs de randen en zelfs in het hart van die gebieden en daarbij gaat het vaak niet eens om noodzakelijke agrarische bedrijfsgebouwen. Nu wordt er zelfs aan de natuurstatus getornd met de dreigende verkoop door Staatsbosbeheer. De open zone tussen Haarlem en Bloemendaal-Aerdenhout, het “Randweggebied”, slibt stiekem, maar blijkbaar onstuitbaar, dicht, alle plechtige besluiten en beloften om dat gebied open te houden ten spijt. In Spaarnwoude en aan de duinvoet is eenzelfde proces gaande. Denk maar aan het terrein van het voormalige Provinciale ziekenhuis in Bloemendaal. Nederland was ooit rolmodel voor veel andere landen op het gebied van ruimtelijke ordening. Streekplannen en bestemmingsplannen werden daaraan getoetst. Helaas is dat pad nu verlaten. Nederland heeft, naast een ruime bevolking, ook een overmaat aan projectontwikkelaars en andere planners. Vaak samen met gemeente- en provinciebestuur wordt eerst gekeken naar de eigen, vaak forse politieke of financiële winst, zonder voldoende rekening te houden met belangen van de burgers. En nog vaker al helemaal niet met die van de natuurlijke omgeving! Natuur, toch meestal begrotingssluitstuk, gaat steeds meer lijden onder dat grote versjacheren. Politieke afspraken over planologie, die voor de verdere toekomst worden gemaakt, worden bij financiële tegenwind net zo gemakkelijk geheel losgelaten of sterk aangepast. Wat burgers dan vaak rest is de gang naar de rechter. Daarbij gaat het dan om enorm lange adem en dito hoge proceskosten, die de meeste burgers en organisaties niet kunnen opbrengen. Zodoende trekt de overheid nogal vaak aan het langste eind.