Zuid-Kennemerland staat van oudsher bekend als een rijke weidevogelregio. Thijsse kon vroeger al liederlijk schrijven over de baltsende Kemphanen langs de Liede. En in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw publiceerde Dijkstra over onze weidevogels in de Fitis. De stroom publicaties kwam pas goed op gang in de jaren tachtig. Ze vormden de basis voor het overzicht van de weidevogelstand in onze Avifauna (Geelhoed et al, 1998). Daarna werd het stil en is er geen overzicht meer gemaakt. In 1989 is er voor het laatst over meerdere gebieden in de Fitis gepubliceerd (Looij, 1989). Kortom, we vinden het hoog tijd om de gegevens weer eens op een rijtje te zetten. Want we vragen ons af of Zuid-Kennemerland nog steeds zo goed is voor weidevogels. Na 1994, het laatste jaar waarvan gegevens in de Avifauna zijn gebruikt, is er ongetwijfeld een en ander veranderd. Is de Grutto bij ons ook zo achteruitgegaan (denk aan de nationale reddingsactie) en valt er iets zinnigs te zeggen over predatie? Met dit artikel willen we een beeld schetsen van de ontwikkeling van de belangrijkste weidevogelsoorten in de graslandgebieden in onze regio sinds het uitkomen van de Avifauna. We vergelijken de huidige stand (1995-2002) met die uit de avifauna-periode (1982-1994) en gaan na of die overeenkomen met provinciale of landelijke trends. We geven ook een eerste aanzet om gevonden trends in bepaalde gebieden te verklaren. Nadere analyse van bestaande gegevens, aangevuld met nieuw onderzoek (zie conclusies) zal nodig zijn om de ontwikkelingen te kunnen verklaren. Met dit artikel hopen we beleidsmakers en beheerders van informatie te voorzien over de weidevogelstand, de discussie over de situatie van de weidevogels te bevorderen en om nadere maatregelen te kunnen uitvoeren. En bovendien hopen we dat door dit artikel de aandacht voor de bescherming, het tellen en het kijken naar weidevogels in ons werkgebied weer een impuls krijgt!