Uit een onderzoek van SOVON blijkt dat vrijwillige weidevogelbescherming het uitkomstsucces van nesten van vooral Kievit, Grutto, Scholekster en Tureluur met 50 tot 82% kan verhogen, afhankelijk van de manier van beschermen. Afgelopen voorjaar zijn in Noord-Holland door ongeveer 1200 vrijwilligers en 1000 boeren naar schatting 17000 nesten van weidevogels beschermd. In de periode half maart tot half juni zijn in totaal 62400 uren besteed om deze bescherming mogelijk te maken. Jaarlijks komen duizenden weidevogels naar het boerenland van Noord-Holland om voor nageslacht te zorgen. Grutto’s hebben er zelfs een lange vliegreis uit West-Afrika voor over om in Nederland te broeden. Van de Europese Grutto’s broedt 80% in Nederland. Nederland draagt dus een grote verantwoordelijkheid om deze soort in stand te houden. In het project Vrijwillige weidevogelbescherming, gecoördineerd door Landschapsbeheer Noord-Holland, werken vrijwilligers en boeren in Noord-Holland samen om de nesten van de weidevogels te beschermen. De bescherming blijkt volgens het onderzoek vooral goed te werken bij nesten van Kievit, Grutto, Scholekster en Tureluur. Door een nest te markeren, zodat een boer er omheen kan maaien, is de kans dat een nest uitkomt 82% hoger dan zonder markering. Door het plaatsen van een nestbeschermer wordt vertrapping door vee tegengegaan. Het aantal uitgekomen nesten bij deze manier van beschermen ligt tweemaal zo hoog als zonder bescherming. Naast bescherming van de algemene weidevogels zijn in 1999 ook verschillende nesten van zeldzame weidevogels beschermd, zoals van de Kemphaan en de Watersnip.