Eind december 2002 werd er een Zeearend gemeld in de AW-duinen. Geen reden voor paniek, maar voor de waarnemers een leuke buitenkans, waar velen best jaloers op waren. En dan ineens hield vanaf midden februari een eerstejaars Zeearend residentie in Duin en Kruidberg. Heel wat uren zijn door velen vergeefs gespendeerd om deze toch bepaald niet kleine vogel te zien te krijgen. Het was leuk de juichende of gefrustreerde e-mails op Vogelnet Zuid-Kennemerland te lezen van geslaagde of gemiste waarnemingen. Of de vogel al dan niet een staartpen miste was een vast onderdeel van de e-mails. Ondergetekende had de stinkende mazzel, na een tip van Natuurmonumentenbeheerder Ruud Luntz, de arendachtige gier zeker tien minuten aan de grond (beter gezegd op glad ijs) waar te nemen. Het Zuidervlak was op 19 februari de locatie van dat gebeuren. Er staat daar zegge en schrijve één klein dennetje, en aan de luwe kant daarvan zat redelijk beschut tegen de vlijmende oostenwind, een eerstejaars Zeearend. Twee Eksters, die opmerkelijk weinig ontzag voor deze toch robuuste, maar wel trage vogel opbrachten, begonnen te pesten. Na een aantal minuten ging de vogel verzitten, maar dat hielp niet. Hij strekte de vleugels en zeilde laag over het bevroren water naar de zuidkant van het Zuidervlak. Op de fiets omgereden en de vogel beslopen. Larie natuurlijk, want de vogel had me snel in het oog. Omdat het midden op het ijs toch wel erg tochtte liep hij in een typische waggelpas naar de oever, waar hij weer een luwe plek vond en de kant op klom. Ondanks zijn grootte viel het niet eens mee de vogel langs de wand van een duintje terug te vinden.