Noord-Afrika, een stukje wereld, dat me in mijn jeugd mysterieus en onbereikbaar leek. In de zomer van 1979 was ik in de gelegenheid om dit gebied te bezoeken. Samen met drie andere vogelaars, Han Blankert, Jan Jaap Brinkman en Rene Dekker werd het plan opgevat om Marokko, Algerije en Tunesië tot doel van een reis die voornamelijk gericht was op het waarnemen van nieuwe west-palearctische vogelsoorten uit te kiezen. Aanvankelijk lag het in de bedoeling om de Perzische Golf te bezoeken, maar door de gevaarlijke toestanden in Perzië hebben we daar vanaf gezien. Voor ik aan de reis begon, wilde ik echter wel een indruk hebben van die volkomen andere wereld waar we in terecht zouden komen. Het lezen van boeken over Noord-Afrika bleek niet eenvoudig, omdat er niet veel literatuur over te vinden was. Toeristische gidsjes, en dan alleen nog over Marokko en Tunesië waren er genoeg, maar daar wilde ik me niet toe beperken. Vooral boeken over Algerije bleken uiterst schaars. Van de Sahara kreeg ik desondanks toch een redelijke indruk. Ook werden regelmatig mensen, met name vogelaars, opgezocht, die het gebied al eens bezocht hadden. Om op reis zoveel mogelijk nieuwe soorten te kunnen zien, werden hele stapels binnenlandse en buitenlandse publicaties doorgenomen in de hoop er ons voordeel mee te kunnen doen. Speciaal voor deze reis schaften we ons een oude V.W.-bus aan, die zich gedurende de hele reis uitstekend zou houden. In dit verslag zal ik proberen de waarnemingen van de interessantere vogelsoorten zoveel mogelijk te combineren met mijn eigen ervaringen en indrukken van dit gebied en de mensen die er wonen.