Op vele plaatsen in ons land worden fossiele botten gevonden en er zullen heel wat N.J.N.ers zijn, die ze ook wel eens tegenkomen. Voor deze vondsten heb ik steeds zeer veèl belangstelling, want, hoewel er in ons land al enorme hoeveelheden botten gevonden en bestudeerd zijn, blijft de kans groot, dat er soorten te voorschijn komen, die in ons land nog onbekend zijn. Zo zijn er tussen 1950 en 1960 de volgende tien nieuwe soorten fossiele zoogdieren toegevoegd aan wat in ons land reeds bekend was: 1. Een beverachtig zoogdier (Trogentherium cuvieri Fischer) uit Neede. 2. Een marmot (Marmota marmota primigenia (Kaup)). 3. De bruine beer (Ursus arctos Linn.) uit Rotterdam. 4. De hermelijn (Mustela erminea Linn.) uit de Westerschelde. 3. De grottehyaena (Crocuta crocuta spelaea (Goldf.)) uit Roermond en de Westerschelde. 6. De wolf (Canis lupus Linn.) uit de Westerschelde. 7. Een ezel (Equus hemionus Pallas) uit de Westerschelde. 8. Een neushoorn (Dicerorhinus hemitoechus (Falc.)) uit Zwolle. 9. Een tapir (Tapirus arvernensis Croiz. et Job.) uit Belfeld. 10. De muskusos (Ovibos moschatus moschatus Zimm.) uit de Maas bij Rossum.